Duitsers en hun regeltjes . . .

1 augustus 2018 - Finsterwolde, Nederland

Op de titel kom ik later terug. Ik wil het eerst even hebben over waar ik vanaf Berlijn naar toe ben gegaan. Het is uiteindelijk de Oostzeekust geworden en wel Peenemünde. Het ligt op een schiereilandje helemaal in het Noordoosten van Duitsland, tegen de Poolse grens aan. Maar waarom Peenemunde? Op zich heeft het plaatsje niet zo heel veel te bieden behoudens dat het aan de kust ligt. Maar misschien weet je ook dat de raket hier geschiedenis heeft geschreven. In Peenemünde was voor en tijdens WO II een onderzoekscentrum voor het ontwikkelen van rakettechnologie. De Duitsers waren daar eind jaren 30 al volop mee bezig. Helaas hebben ze de techniek gebruikt voor de oorlogsindustrie en toen ze de techniek eenmaal zo ver ontwikkeld hadden hebben ze de V1 en V2 raketten gebouwd. Vooral de V1 raketten, de vliegende bommen, hebben dood en verderf gezaaid in de Britse kuststeden. Maar, eerlijk is eerlijk, de techniek heeft ons uiteindelijk veel gebracht. Werner von Braun was de drijvende kracht achter de rakettechniek. Na de oorlog is hij door de Amerikanen naar Amerika gehaald en heeft hij een belangrijke rol gespeeld binnen het raketprogramma van de NASA. In Peenemünde is een museum gewijd aan de ontwikkeling van de rakettechnologie en dat wilde ik graag zien. In reviews over het museum las ik dat het genie van Werner von Braun onvoldoende belicht werd. Ik begrijp dat wel, hij stond immers ook aan de wieg van de V1 en V2 vliegende bommen en raketten. Daar willen de Duitsers in het museum natuurlijk de nadruk niet al te sterk op leggen. Bij het museum ook een rondgang door de toenmalige grootste en modernste energiecentrale die Duitsland vanaf de oorlog tot ver in het DDR-tijdperk heeft gehad. De centrale werd gestookt op kolen en de schaal waarop dat gebeurde was enorm. Er werden vier gigantische ketels gestookt waarmee vier turbines werden aangedreven die vervolgens stroom produceerden. Als je een beetje in techniek geïnteresseerd bent leuk om te zien. Ik zag helaas ook dat er veel mannen waren die vrouw en kinderen meesleepten die vervolgens geen idee hadden waar ze naar aan het kijken waren. Dat gaat natuurlijk niet lang goed. Ik heb verschillende echtelijk ruzies in de dop zien ontstaan daar in die gigantische hallen. Leuk om dat vanaf een afstandje gade te slaan. Leedvermaak is ook vermaak zullen we maar zeggen ;-)

Na het museum gezocht naar een camping. Ik ben uiteindelijk terecht gekomen op Dünencamp in Karlshagen. De naam zegt het al, het lag midden in de duinen. Mooie plek, maar wel giga groot en druk. Tja, wat verwacht je aan de kust als het meer dan 30 graden is? Volgens mij had ik het laatste plekje want na mij werd iemand weg gestuurd. Vol. De motor mocht ik niet bij de tent zetten want zou vanwege het duinenzand niet te berijden zin. Nou dat viel uiteindelijk wel mee. De reden was volgens mij eerder dat ze dan meer tenten op elkaar konden zetten. Nou ja daar heb ik me maar bij neergelegd. Regels zijn regels, nietwaar? En ik had een plekje vlak bij het strand. Het was nog geen 200 meter lopen tot aan de waterlijn. Heerlijk om even af te koelen na het opbouwen van de tent. Na die afkoelperiode was het tijd om te koken. Ik had inmiddels ook fikse honger. Als kookpitje gebruik ik een benzinebrander. Benzine heb ik immers altijd bij me in de tank van de motor en met gas was ik niet zeker of ik dat in heel Europa zou kunnen krijgen. Nu is het enige nadeel van een benzinebrander dat je die even moet voorverwarmen door een klein beetje benzine in een klein pannetje onder de brander aan te steken. Dat geeft even een gele vlam en het roet nogal. Dat deed ik op die camping dus ook. En meteen stond er een Duitser naast me te foeteren. Het was een type ambtenaar met een grijze baard en een voornaam voorkomen. Wat ik me wel niet in het hoofd haalde. Het was immers waldbrandgefahr stufe fünf !! Ik had al bijna de neiging om in de houding te springen, met de hakken tegen elkaar te klakken en te roepen “Jawohl, herr hauptobersturmbahnführer”. Gelukkig kon ik me net beheersen en heb de man uitgelegd dat ik gewoon wilde koken net zoals iedereen op de camping maar dat ik op de motor nu eenmaal geen driepits gasstel mee kon nemen. Hij bitste dat dat niet uitmaakte en dat ik dan maar ergens moest gaan eten. “Regel sind regel” en zeker als het om waldbrandgefahr stufe fünf ging. Ik heb de man vervolgens straal genegeerd en ben gewoon doorgegaan met mijn kookactiviteiten. Blaaskaak. Nadat hij zag dat de gele vlam veranderde in een mooie blauwe kleine vlam en ik voor de show nog een metalen plaatje onder het brandertje legde droop hij af. Hij bleek in een caravan te zitten aan de andere kant van het pad waar ik zat en hij heeft de hele avond wat bozig naar mij zitten kijken. Ik had er geen last van, hij des te meer zo te zien. Duitsers en hun regeltjes, het blijft een intense combinatie. Loslaten kennen ze niet.

Naast mij lag overigens een man afkomstig uit Berlijn. Hij was met de fiets aan het rondtrekken en overnachtte in een piepklein tentje. Een beetje een vreemde kerel en ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat hij kampte met een psychiatrische aandoening. Ik heb zo goed en zo kwaad als ik kon met hem gecommuniceerd. Het viel niet altijd mee.

En dan komt natuurlijk de vraag hoe verder met de reis. Ik zat nog helemaal in het oosten van Duitsland en de tijd die mij nog rest voor deze reis begint langzamerhand op te raken. Ik had ook niet zo’n zin om elke dag weer de tent af te breken en weer op te bouwen. Ik heb dus besloten om Duitsland van oost naar west zo snel mogelijk af te leggen. Dat betekent 560 kilometer. Dat kan dus alleen maar via de snelweg. Ik heb dus maar op de tanden gebeten en ben in een dag naar Groningen gereden. Vanuit Groningen heb ik dan nog een aantal dagen om op mijn gemak via allerlei slingerwegen naar het zuiden af te zakken. De camping waar ik aan kwam is een minicamping op het Groningse platteland. Heel knus en een groot verschil met de drukke campings in Berlijn en aan de Oostzeekust. Vandaag heb ik een ronde gereden door het Groningse land. Ik kreeg de tip om naar het wad te gaan in de Eems. Daar zou je de zeehonden van relatief dichtbij kunnen zien. Dat wilde ik wel graag en dat was dus mijn eerste bestemming. Maar blijkbaar was ik op het verkeerde moment van de dag want er was geen (zee)hond te zien. Uiteindelijk zag ik toch nog op een grote afstand een koppie van een zeehond boven het water uit komen. Missie geslaagd, zo’n beetje dan. Daarna door naar Uithuizen voor het bezichtigen van de Menkemaborg. Een luxe villa annex kasteeltje dat al eeuwen geleden gebouwd was en ergens in de 18de eeuw verbouwd was naar wat het nu was. Het was nog in de originele staat van de 18de eeuw met het interieur van die tijd met alle gebruiksvoorwerpen er bij. Heel bijzonder om te zien. En ongelooflijk hoe welgesteld de adel in die tijd geleefd heeft. Uiteraard werd het werk gedaan door de arbeiders die vervolgens ook schatplichtig waren door het betalen van pacht aan de adel. De verhoudingen arm – rijk waren erg scheef. Daarna nog een kleine 100 kilometer gereden, grotendeels door het platteland. Ook hier wordt de graanoogst binnen gehaald. De akkers zijn ook hier giga en de machines idem dito. Wat opvalt zijn de prachtige herenboerderijen. Grote woonhuizen en rijk versierd met ornamenten. Men boerde hier in het noorden niet slecht blijkbaar. Wat mij ook opviel dat heel veel schuren van deze grote herenboerderijen voorzien zijn van eterniet/asbest dakbedekking. In vroegere tijden zullen deze daken ongetwijfeld met riet gedekt zijn geweest. Blijkbaar was het goedkoper om de daken in de afgelopen tientallen jaren met asbest vol te leggen. In Limburg worden de asbest daken inmiddels  allemaal gesaneerd. In Groningen zie ik daar niks van terug. Daar is dan blijkbaar geen geld voor gereserveerd. Vreemd.

Morgen verder. Ik heb een hele kronkelige route richting Ermelo en zal daar de hele dag over doen. Ik hoop daar weer een plekje te kunnen vinden op een of andere boerencamping. De rust bevalt me wel heel eerlijk gezegd.

Ciao, Johan

Foto’s

4 Reacties

  1. Will Deriks:
    2 augustus 2018
    Tja Johan....Duitsers maken geen grapjes!!!Haha.
    Weer lekker terug in eigen land.geniet er nog van.
  2. Astrid:
    5 augustus 2018
    Hoop beleefd weer zeg!
    Als ik me niet vergis heb je inmiddels weer lekker in je eigen bedje geslapen. Daar kan geen stads-, duin-, natuur- of Boerencamping tegenop!
    Je mag met trots terugkijken op dit prachtige avontuur. Geniet van de mensen om je heen!
  3. Ruud:
    7 augustus 2018
    Ben nog benieuwd naar je reisverslag van de laatste dagen en je thuiskomst.
  4. Truus:
    9 augustus 2018
    Wat een prachtig verslag, Johan! Ik heb met je mee-genoten! Van deze reis zul je nog lang nagenieten. Tot volgende week.