De Serviërs en mijn eerste indruk van Roemenië

14 juli 2018 - Horezu, Roemenië

De campingeigenaar bij Mostar had mij  een adres gegeven waar ik bij Sarajevo kon kamperen. Was bij een vriend van hem en kon hij van harte aanbevelen. Nou ja, altijd handig zo’n advies. Hij maakte nog de opmerking dat de beste man ook kamers had die je voor nauwelijks meer geld ook kon huren. Voor het geval dat het weer slecht was . . . Dat had die campingeigenaar op het Bosnische weerbericht al lang gezien natuurlijk maar ik wist nog van niks en vertrok in Mostar met het beste weer. Maar toen ik in Sarajevo aan kwam regende het pijpenstelen. Potdomme, om dan je tent op te zetten en dan te gaan zitten kleumen daar had ik ook geen zin in. Dus inderdaad gevraagd naar een kamer. Ja die had ie nog. Het was een kamer in zijn huis met twee stapelbedden, plek genoeg voor mij alleen dus. Kostte wel even drie euro per nacht duurder dan een campingplaats. Daar hoefde ik dus niet over na te denken. De huiskamer waar hij en zijn vriendin verbleven was ook voor mij beschikbaar en ik kon er koken en eten. Voelde in het begin even wat vreemd want het is toch net of dat je inbreuk pleegt op hun privacy. Maar de man, Oliver heette hij, zorgde voor een prettige sfeer. Hij had een zeer bijzondere humor. Een beetje cynisch maar op een prettige manier. Later op de dag kwam er nog een jong stel uit Boedapest bij en begon ik het zowaar best gezellig te vinden. Oliver had in het verleden fortuin gemaakt, was verslaafd geweest aan gokken en had gewerkt in Duitsland en Nederland. Hij kende Venray zelfs en sprak ook nog wat woorden Nederlands. Hoe hij dat fortuin gemaakt had bleef een beetje in het midden, maar niet met drugs zoals hij zelf zei. Ja, ja . . . Die gokverslaving was hij vanaf gekomen toen hij zelf een bar had gehad waar drie van die eenarmige bandieten stonden. Hij had drie weken lang bijna aan een stuk op die drie machines gespeeld totdat hij op alle drie de hoofdprijs had gewonnen. Qua geld leverde hem dat niks op want hij vulde en leegde de machines zelf als eigenaar van die bar. Maar vanaf het moment dat hij die ‘fictieve’ hoofdprijzen had was zijn gokverslaving over. Die therapie kende ik nog niet. Oliver kwam bij mij over als een boefje maar wel een met charme. Bijzonder figuur.

Vanuit Sarajevo ben ik doorgereden naar Servië. Een land waar ik toch een beetje gereserveerd voor was. Mijn gevoel zei me dat de Serven een wat onbehouwen en ruw volk zijn. Maar ik wilde er toch heen want de Rivier de Uvac in het oosten van Servië laat daar iets heel moois zien. Die rivier heeft op een hele kunstige manier een prachtige lus gesneden in de rotsen daar. Dat moest ik zien. Ik heb het ook gezien maar vraag niet hoeveel moeite me dat gekost heeft. Vanaf uitzichtpunt Molitva heb je een fantastisch uitzicht op de uitgesneden kloof. En met een beetje geluk kun je er de gieren zien die daar nog leven. Ik dus Molitva ingegeven op mijn navigatiesysteem en op weg. Oh, een zandweg. Truus de garmin vertelt me dat het nog 6,5km is. Nou ja gewoon doorrijden, mijn Guzzi is wel meer gewend dan een zandpad. Maar daar bleef het niet bij. Het zandpad werd wel erg ruw met diepe gaten en geulen waar het water doorheen stroomde. Het stijgen en dalen werd allengs ook euh . . . spectaculair. Met veel hotsen en knotsen kwam ik na een kilometer of vier bij een soort kamp terecht. Er stonden alleen maar van die grote 4x4 trucks. De mannen die daar bij stonden keken mij wat vreemd aan. Waar ik wel niet naar toe wilde? Nou ja, naar Molitva als het effe zou kunnen. Absolutely not possible vertelde ze mij. Dat pad was alleen geschikt voor dikke offroad trucks. Niet voor zo’n armzalig motorfietsje, mét aanhanger notabene. Ze vertelde me wel dat er aan de andere kant van de rivier ook een uitzichtpunt was met dezelfde naam. Dat ging weliswaar ook over een zandpad maar moest voor een motorfiets te doen zijn. Betekende wel dat ik eerst dat moeilijk pad weer terug moest om daarna via een omweg aan de andere kant van de rivier te komen. Het heeft me wat zweetdruppeltjes gekost maar ik ben weer heelhuids op het asfalt terecht gekomen. Heb daardoor wel fiks wat offroad ervaring opgedaan. Wie weet waar dat nog goed voor zou kunnen zijn. Nou, heel lang hoefde ik daar niet op te wachten want het pad aan de andere kant van de rivier was ook uitdagend. Maar na een kilometer of vier slalommen tussen gaten en bulten kwam ik bij een kleine parkeerplaats waar Molitva zou moeten zijn. Bijna dus, want het was nog een kleine 20 minuten met een fikse klim te voet naar boven. Maar daar werd ik uiteindelijk dan ook beloond met een uitzicht zoals je maar zelden tegen komt. De foto’s die ik er van gemaakt heb kunnen eigenlijk niet tippen aan wat je ziet. En als kers op de taart zag ik ook nog een koppel gieren vliegen. Niet heel dicht bij, maar duidelijk genoeg om ze te herkennen.

Daarna was het echt wel tijd om een camping te zoeken. De dichts bij zijnde bleek het kamp te zijn waar ik al eerder naar gehotst en gebotst was. Dat gaan we geen tweede keer doen dus dat werd hem niet. Moest daarna nog ruim 60km rijden om bij de volgende uit te komen. Maar die was dan ook van uitzonderlijke klasse. Una en Dzeni (dat verstond ik althans) stonden me al zwaaiend op te wachten toe ze mij zagen aankomen. Ja er was plek op hun camping. Ja inderdaad, plek genoeg want er was niemand ander, ha, ha. Maar goed, ze hadden ook een caravan en als ik wilde kon ik ook daar in slapen. Meerprijs boven een campingplek drie euro. Scheelt me wel weer opbouwen en afbreken van de tent. Dat doen we dus. Maar eerst moest ik koffie en raki drinken van Dzeni. Vrouwlief werd de keuken ingestuurd en na een paar minuten zaten we met koffie en raki met elkaar aan tafel. Zij spraken geen Engels of Duits, ik geen Servisch. Maar met handen en voeten konden we toch wat dingen uitwisselen. Leuk welkom.

Het leven daar in het westen van Servië gaat een paar versnellingen lager dan wat wij in Nederland gewend zijn. Het deed me denken aan toen ik als klein kind op de boerderijen van mijn grootouders kwam. Een paar koeien, een paar varkens, los rondlopende kippen. Echt wat wij vroeger keuterboertjes noemde. Op het land tegenover de camping waren ze net het hooi aan het binnenhalen. Met de hele familie en natuurlijk gewoon met de hand. Ik vond het aandoenlijk om te zien. En het deed me terugdenken aan mijn vroege jeugd. Mooi.

De dag erna afscheid genomen van het campingstel en onderweg naar Djerdap National Park. De afstand was te groot om dat in een keer te halen en na een lange dag sturen door een prachtig Servisch landschap kwam ik terecht op een camping aan een meer, Borsko Jezero geheten. Het was een beetje een luidruchtige camping maar ik kreeg een plekje toegewezen vlak aan het meer met niemand om me heen. Echt een hele idyllische plek. Mijn tentje vlak aan het water. De zon ging al bijna onder en ik heb echt staan te genieten. Nog snel een hapje in elkaar geflanst en op tijd naar bed. Het was een lange dag. De ochtend daarop was ik vroeg uit de veren en zag ik de zon opkomen boven het meer. Dat is nog eens wakker worden. De kikkers hadden zich overigens netjes gedragen. Ze kwaakten flink maar waren dan ook weer lange tijd stil. Ik had dus prima geslapen.

Voor deze dag stond de rit  langs door Djerdap Nationaal Perk gepland. Het mooiste is natuurlijk als je door zo’n park kunt wandelen of hiken. Helaas heb ik de tijd daar niet voor. Maar de route die ik had liet er ook al veel moois van zien. Uiteindelijk via de Iron Gate Roemenië binnen gereden. Je rijdt dan een stuk langs de Donau. Dat is toch wel een machtige rivier hoor. Indrukwekkend. Ook de schepen die daar varen zijn van een andere orde dan de schepen die je over de Maas of de Waal ziet varen.

En wat vond ik dan van de Serviërs? Hmm, ik ben er niet helemaal uit. Ik vond ze veel meer gereserveerd dan de Bosniërs. Groeten onderweg doen ze niet terwijl dat op andere plaatsen waar ik langs kwam veelvuldig gebeurde. Ze lijken wat stugger. Maar als je eenmaal met ze in gesprek bent zijn het toch zeer vriendelijk mensen. De natuur van Servië is net als Bosnië en Montenegro geweldig mooi. Daar ligt het niet aan. Alles bij elkaar blijft het voor mij een land met een rauw randje.

Ik kwam Roemenië binnen langs een hoofdweg en heb deze hoofdweg lange tijd gevolgd. Wilde wat meters maken want wilde graag door naar het centrale bergachtige deel van Roemenië. Niet echt een goede keuze achteraf want die weg was lang en saai en slingert langs eindeloze lintbebouwing van langgerekte dorpjes. Het deed me een beetje denken aan Vlaanderen waar je dit soort bebouwing ook tegen komt. Ik vond het erg vermoeiend want er zijn bijna geen lege stukken waar je even kunt ontspannen. Ik heb wel geleerd dat elk, ja echt elk huis in Roemenië een hek heeft. Sommige van hout aan elkaar geknoopt met wat ijzerdraad, sommige hebben een stenen muur, sommige een ijzeren hek. En als je blijkbaar wat rijker bent dan laten ze zo’n ijzeren hek ook nog voorzien van siersmeedwerk. Mooi om te zien. Het summum van rijkdom is dan als je zo’n gesmeed ijzeren hekwerk laat verchromen. Ik heb er verschillende gezien en het is werkelijk het toppunt van kitsch. Maar de eigenaars zullen er ongetwijfeld zeer trots op zijn. Daar tegenover zie je ook de platte karren vol hooi voortgetrokken door paarden. Pa op de bok en moeke boven op de hooibult. Ik heb er helaas geen foto’s van.

Inmiddels aangekomen op een camping in Horezu zo ongeveer in het centrale deel van Roemenië. Het begint hier al wat bergachtig te worden en het plan was om de Transfagarasan te rijden. Deze weg is door Topgear ooit benoemd tot de mooiste weg van Europa en slingert zich een weg door Transsylvanië. Je weet wel, het gebied waar Dracula zich ophield. Dat moeten we zien dus. Omdat ik moe was van het rijden had ik niet zo’n zin om te koken. Dus daarom maar aan tafel geschoven in het restaurant bij de camping. Daar kwam ik in gesprek met een motorrijder uit Boekarest en die raadde me toch echt aan om naast de Tranfagarasan zeker ook de Transalpina te rijden. Die weg had ik een 20-tal kilometers terug aangegeven zien staan. Moest fabelachtig zijn. Dus plannen aangepast en mijn verblijf op deze camping met een dag verlengd. Vandaag dus die Transalpina gereden. En ik moet zeggen dat er niks gelogen was aan het verhaal van die man uit Boekarest. De Transalpina bleek een fantastische weg die hoog over een pas leidde van meer dan 2100 meter. De vergezichten waren adembenemend, ook omdat het er stervenskoud was en ik geen zin had om mijn extra lagen in de motorkleding te doen. Het rijden was er fantastisch en dat zag je ook aan het aantal motorrijders die er op af kwamen. Enige nadeel was dat de maximum snelheid was beperkt tot 30 km/h en dat er op de hele weg een inhaalverbod geldt. Ha, ha, daar hield zich dus geen ene motorrijder aan, incluis mijzelf. Voor het gemak had ik het aanhangertje maar afgekoppeld. Dat mocht op de camping achterblijven en dan kon ik beter en sneller sturen. Uiteindelijk had ik een route van zo’n 240 km en de smile is volgens mij helemaal niet van mijn gezicht geweken.

Voor morgen staat dan de Transfagarasan gepland. Daarna verder door naar het noorden. Hongarije zal ik niet halen, dat is te ver. Dus maar zien waar ik ergens een camping kan vinden. Het zoeken met googlemaps maakt het vinden van een camping wel een stuk gemakkelijker. In Bosnië en Servië gold mijn internetbundel niet, want valt buiten de Eurozone. Daar moest ik dus afgaan op de informatie uit de Garmin. En ik heb gemerkt dat die niet altijd up to date is. Roemenië valt wel weer onder de Eurozone dus met behulp van google zal ik echt wel iets vinden.

Ciao, Johan

Foto’s

7 Reacties

  1. Wilma:
    14 juli 2018
    Johan, geweldige reisverhalen! Ik smul ervan. Stay cool and enjoy.
  2. Laurine:
    14 juli 2018
    Echt prachtige verhalen Johan! Wat kun jij boeiend schrijven, krijg er meteen beelden bij als ik het lees.
    Heel veel plezier nog met deze mooie reis! Groetjes van Bas en Laurine Litjens 😉
    En natuurlijk een dikke knuffel en high five van Sepp en Roos
  3. Peter en Anja:
    15 juli 2018
    Frumos, eh!! Mulțumesc!
  4. Hans Boonen:
    15 juli 2018
    Johan, elke keer geniet ik weer van je bijzondere verhalen en indrukwekkende foto's!
    Tot snel, knuffeltje van Nieky
  5. Marijke:
    15 juli 2018
    Johan geweldig wat je allemaal ziet. Wij hebben vandaag met de oldtimer langs de Hollandse waterlinie gereden.Dat is natuurlijk heel wat anders maar erg mooi
  6. Ruud:
    16 juli 2018
    Was onze indruk ook, vroeger in Servië. Goeie verhalen, Johan.
  7. Charlotte:
    17 juli 2018
    Johan,
    Ik lees mee hoor, wat een avonturen, en wat een prachtige foto's!