I’m singing in the rain

27 juni 2018 - Vergina, Griekenland

Mijn vorige verhaal eindigde ik eergisteren met de hoop op beter weer. Nou die hoop bleek ijdel. Wat heet, ik werd gestraft met een hele dag regen gisteren. En dan niet af en toe een buitje, maar de hele dag aan een stuk door regen. Dan weer harder, dan weer wat minder. Mijn plan om verder te trekken viel daardoor in duigen. De Griekse wegen blinken toch al niet uit in stroef asfalt. Ik heb eerder wel eens iets verteld over de matige voorrem van de Guzzi. Op het Griekse asfalt blijkt het echter zo maar te kunnen dat ik het voorwiel aan het blokkeren krijg als ik de voorrem stevig inknijp. Zoals gezegd zegt dat meer over de gladheid van het Griekse asfalt als over de kwaliteit van de voorrem van de V7. Dus de combinatie Grieks glad asfalt en de hele dag regen leek me daarom niet zo’n goede combinatie. Ik heb daarom maar besloten om een dag extra op de camping te blijven waar ik al stond. Leek me wel zo veilig. Dat werd dus wat lanterfanteren. Beetje lezen, beetje rondkijken en af en toe eens naar de lucht kijken of het niet toch een beetje opklaarde. Helaas. ’s Middags de motorschonen en de motorjas maar aangetrokken en met de paraplu boven mijn knar richting Kalabaka, het stadje net naast de Meteora, gelopen. Was op zich wel aardig. Op een overdekt terrasje wat Griekse snacks gegeten en een Griekse koffie gedronken. Supersterk en met suiker. Lekker. Helaas bleek het mooie byzantijnse kerkje gesloten. Het was wel leuk om te zien dat op de koepel een paar ooievaars in een nest zaten. Prima plekje.

Ik nam me ’s avonds voor om de dag erop te gaan rijden ongeacht het weer. Het gedwongen verblijf op de camping en het gevoel dan een dag te missen zat me toch niet lekker. Ik werd er wat onrustig van. Ik wilde reizen en niet wachten. Maar in de ochtend bleek het droog en heb ik alles zo ongeveer droog kunnen inpakken en na een ontbijtje kon ik weer op pad. Dat voelde weer goed. Ik had een route uitgestippeld door de bergen naar het oosten richting Nationaal Park Olympos en uiteindelijk de Egeïsche kust. Daar zou ik dan wel ergens een camping zoeken. Ik moet zeggen, het was een prachtige tocht. Er rijdt in de bergen praktisch geen verkeer. Heerlijk rustig dus en heel veel te zien. Uiteraard de kuddes geiten en koeien. Vaak begeleid door een herder en meestal een stuk of drie honden. Die honden maken er dan steeds een sport van om met de motor mee te rennen en vervaarlijk te blaffen. Of ze me bij de broek zullen grijpen als ze de kans krijgen weet ik niet. Ik heb het ook maar niet geprobeerd en er de gang steeds zo in gehouden dat ze me net niet bij konden houden. De geitenboerderijen onderweg zien er zeer eenvoudig, zo niet een beetje sjofel uit. Meestal is het niet meer dan een gammel houten geraamte met ijzeren golfplaten er op vast getimmerd. Zo te zien wordt er niet veel aan de geiten verdiend.

Wat me in de bergen ook weer opviel was dat de meeste verkeersborden er nogal gehavend uitzagen. Vaak vol grote gaten. Er wordt hier blijkbaar met scherp geschoten en nog niet van het minste kaliber ook zo aan de gaten te zien. Die jongens die dat doen kun je ’s nachts beter niet tegen komen dunkt me . . .

Hoewel de natuur er prachtig is zie je dat de grond er niet heel veel te bieden heeft. Op veel plaatsen zijn de bomen dun gezaaid en de bomen die er staan zijn klein en gedrongen. Zelfs de bloemen laten zien dat het leven er zwaar is. Ze zijn stekelig met harde bladeren en stralen hiermee uit “blijf van me af, ik ben scherp en al heel zeker niet lekker”.

Ergens boven in de bergen heb ik gelunched in een van de kleine kiosken die er op diverse plekken langs de weg waren geplaatst. Zeer gemütlich ware het niet dat de jas aanbleef omdat het nauwelijks boven de 15 graden uitkwam. Het was gelukkig nog wel steeds droog. Verderop richting het Nationaal Park Olympos hingen echter dreigende wolken boven de bergen. Even later lieten die hun lading dan ook los op het moment dat ik er onderdoor kwam. Ach ja, mijn motorkleding zorgt er voor dat ik niet nat word. Geen probleem dus. Mijn rijstijl heb ik wel aangepast. Alles bij elkaar kon ik toch genieten van wat ik om me heen zag. Singing in the rain dus. Oh ja, Ik zag onderweg nog ergens een ooievaar in het veld. Mooi. Na Nationaal Park Olympos begon de lange afdaling naar de Egeïsche kust. Het hield niet op met slingeren. Heerlijk, zeker omdat de regen steeds minder werd en het uiteindelijk zelfs droog werd. Aan de kust heb ik snel een foto gemaakt, wilde er eigenlijk meteen weer weg. Fikse drukte, weer veel schreeuwende reclame, langs rijdende jongeren in auto’s met keiharde muziek. Hmm, niks voor mij. Dan maar verder naar Vergina waar ik de koningsgraven wil bezoeken. Dat zijn nog maar 65 kilometer. Goed te doen want het was pas 16.30 uur. Dus nadat ik de foto had gemaakt met de kust op de achtergrond de motor gestart en weer op pad. Stukje langs de kust en daarna afbuigen naar het Noordwesten. Ik had echter niet in de gaten dat Vergina ook in de bergen lag waar die regenbuien hingen, dus na 20 minuten reed ik weer door de regen. Dat had ik niet ingecalculeerd. Maar goed, ik had de keuze nu eenmaal gemaakt dus moet ik ook de consequenties ervan dragen. In de buurt van Vergina kon ik zo snel geen camping vinden (misschien heb ik wel niet hard genoeg gezocht . . .) en heb ik dus een kamer genomen in een pension. Wat een luxe, een eigen douche en toilet, een bed en ook de mogelijkheid om mijn kleren te drogen. Kamperen is leuk, maar dan moet wel de zon schijnen. In de regen is het een ander verhaal. Het regent nu nog steeds maar ik ben nog steeds singing in the rain. Als het morgen maar droog is . . .

Foto’s

2 Reacties

  1. Will Deriks:
    28 juni 2018
    Hey Johan.
    Wat jammer die regen steeds.overal is het mooi weer.behalve bij jou.;).
    Ik vindt het nog steeds knap dat je doorzet met je "ouwe vriendin".
    Hou vol💪
  2. Ruud:
    29 juni 2018
    Alweer regen? Hier is het prachtig weer. Wat zonde man. Niet fijn maar dat maakt je reis nog meer bijzonder en uitdagend.